Met deze verlaging geeft Zeist invulling aan de belofte uit het collegeakkoord om de OZB-inkomsten in de periode 2014-2018 met 10% te verlagen. Door een gedegen liberaal financieel beleid te voeren is er in Zeist ruimte om te investeren in belangrijke zaken zoals goede zorg, een vernieuwd centrum, goede bereikbaarheid, uitstekende sportvoorzieningen etc en is er tegelijk ruimte om de lokale lasten te verlagen.
De gedachte hierbij is dat de inwoners van Zeist zelf het beste kunnen bepalen waar zij hun geld aan willen uitgeven terwijl het de gemeente past om zeer prudent om te gaan met gemeenschapsmiddelen.
De lagere OZB is vooral opvallend nu het CBS afgelopen week bekend maakte dat de OZB gemiddeld met 2,5% stijgt
in 2017. In Zeist zien we hetzelfde percentage maar dan niet als stijging maar juist als verlaging.
Een gemiddelde zegt zeker bij de OZB overigens niet veel aangezien de verschillen groot kunnen zijn. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het overzicht met de OZB wijzigingen in de provincie Utrecht dat RTV Utrecht deze week publiceerde. Dit overzicht maakt duidelijk dat 17 van de Utrechtse gemeenten de OZB laten stijgen tot 2,5% terwijl vijf gemeenten daar (fors) bovenuit komen met Utrecht (+6,36%) en De Bilt (+10,41%) als uitschieters.
Er zijn drie gemeenten die de OZB in 2017 verlagen: De Ronde Venen (-1,45%), Nieuwegein (-1,65%) en Zeist (-2,55%).
Deze percentages moeten natuurlijk afgezet worden tegen het bestaande tariefniveau van de OZB dat eveneens sterk verschilt per gemeente. In de provincie Utrecht was Renswoude in 2016 de gemeente met het laagste OZB tarief, op de voet gevolgd door Zeist. Dit overzicht maakt duidelijk dat het gemiddelde OZB tarief in de provincie Utrecht op 0,12% ligt met grote verschillen die uiteenlopen van 0,18% (Bunnik) tot 0,08% (Renswoude) terwijl Zeist in 2016 een tarief van 0,09% kende.