Sander Jansen over de begroting

Sander Jansen is inmiddels zes jaar namens de VVD wethouder in de gemeente Zeist en portefeuillehouder Financiën. Op dinsdag 26 oktober besprak hij voor het laatst in deze collegeperiode de begroting.

We spreken over een begroting die voor een belangrijk deel het eerste jaar van de nieuwe gemeenteraad overlapt.

De afgelopen 4 jaar zijn turbulent geweest. We voelden vanaf het eerste jaar al de financiële druk van de gedecentraliseerde zorg. Die druk is tot een kookpunt gekomen. Daarnaast hebben we te maken gehad met een ongekende situatie als gevolg van de corona-pandemie. Dit heeft de samenleving op zijn kop gezet, en veel extra’s gevraagd van iedereen, zeker ook van de gemeente.

Toch hebben we in de afgelopen jaren ook veel weten te realiseren en hebben we fors geïnvesteerd in onze samenleving. In die context presenteren we deze begroting voor 2022 en verder. Hierin hebben we gekozen voor een behoudende koers in het licht van de vele financiële onzekerheden die er nog zijn. 

 

De staat van de gemeentelijke financiën

In het verleden heeft een VVD-mastodont de landelijke lijsttrekker van de PvdA uitgemaakt voor Sinterklaas. Laat ik voorop stellen dat de ervaring die ik heb met de Zeister PvdA deze gedane opmerking niet terecht maakt. Ik ben blij te mogen constateren dat die lijn is voortgezet na de laatste wisseling in de fractie van de PvdA. Want de lijn waar de PvdA voor staat, en die ook andere partijen steunen, vormt de basis van deze begroting. We zitten in een financieel moeilijke positie, met nog veel onzekerheden. Dan past het dat je de financiën op orde brengt en niet direct alle ruimte gaat uitgeven. We moeten voorzichtig handelen!

 

Antwoord op tekort

Want er is met steun vanuit de organisatie, de samenleving en uw Raad een mooie prestatie geleverd in de afgelopen jaren. Om drie redenen:

Ten eerste is dit een begroting waarin we een helder antwoord geven op een fors financieel gat. Dit gat is met name veroorzaakt door keuzes van het Rijk. Korting op korting hebben we te verstouwen gekregen. Niet in de laatste plaats het tekort als gevolg van de decentralisatie van zorgtaken vanaf 2015. Naar aanleiding van opmerkingen van SP en NDZ wil ik daar iets meer over zeggen. 

In de jeugdzorg is het verschil tussen de uitgaven en inkomsten met name in de afgelopen drie jaar flink gegroeid tot 5,5 miljoen structureel. Omdat we nog geen zicht hadden op een extra bijdrage uit het Rijk, hebben we in onze begroting maatregelen moeten treffen om te voorkomen dat we de zorg voor onze kinderen moesten beperken. Die maatregelen zit in deze begroting en zorgen ervoor dat tekort in de jeugdzorg is weggenomen.

We zijn blij dat het Rijk rijkelijk laat en nog niet definitief een belangrijk deel - niet alles de hele 5,5 miljoen – in het gemeentefonds stopt. Daarmee kunnen we nieuwe kortingen – met name de herijking Gemeentefonds – voorlopig afdekken. Maar door de vele kortingen zijn de grenzen inmiddels wel bereikt en herhaal ik maar: het vet is van de botten, nieuwe tegenvallers gaan maatschappelijk pijn doen. 

 

Ruimte voor nieuwe keuzes en opvang van eventuele tegenvallers

Ten tweede biedt deze begroting enige ruimte voor een volgende gemeenteraad nieuwe keuzes te maken. Ten derde geeft deze begroting ook ruimte om eventuele nieuwe tegenvallers goed op te vangen, mede door de reserves nu aan te vullen. In dit kader past ook beslispunt 2f, ofwel het terugdraaien van de toevoeging aan de algemene reserve. Dit kan, omdat de jaarrekening in tegenstelling tot eerdere prognoses GEEN tekort liet zien, en waardoor we uiteindelijk niet de algemene reserve hebben hoeven aanspreken. 

 

Onzekerheden

We hebben evenwel met veel onzekerheden te maken op onze weg naar de volgende begroting, waarvan we weten dat een aantal richting de komende kadernota scherper in beeld zijn. En dan heb ik het over specifieke onzekerheden, zoals de keuzes van een nieuw kabinet, de effecten van corona, maar denk ook aan de invoering van de Omgevingswet en de Wet Kwaliteit in de Bouw. Daarbij speelt ook mee dat we nog uitwerking moeten geven aan een belangrijk deel van de maatregelen die in deze begroting zijn voorgesteld, en rijst de vraag in hoeverre de 7 miljoen aan maatregelen ook straks geëffectueerd kan worden. We werken hier keihard aan, maar de uitvoering is weerbarstig. Een beetje financiële ruimte naar de toekomst toe is geen luxe.

Elk voorstel met een structureel effect moet bezien worden in het licht van het feit dat we er nog steeds niet zijn. Daarom onze terughoudendheid en het voorstel om de integrale afweging bij kadernota over een half jaar te laten plaatsvinden.

 

Sluitend meerjarenperspectief

Tot slot wil ik hier uitspreken dat we voor een immense financiële opgaven hebben gestaan met elkaar. Toch hebben we met elkaar, organisatie, samenleving, college en Raad, ervoor gezorgd dat we een goed en sluitend meerjarenperspectief afleveren. En dat we zorgen dat we ook naar de toekomst toe zorgen voor een stevig financieel kader, waarbinnen we veel kunnen investeren in het goede leven in Zeist voor iedereen!